Oranje Paal 10


Toen Oostelijk Flevoland net drooggemalen was werd er, met behulp van vliegtuigjes, riet ingezaaid. Riet maakt onder andere de bodem stevig en maakt de bodem geschikt voor andere planten.

Op deze plek zie je een restant van dat riet weer terug. In het oude riet broeden graag kleine zangvogels zoals de kleine karekiet die zijn eigen naam roept. In de nesten van kleine zangvogels legt de koekoek graag haar eieren, in ieder nest een ei. 


Het koekoeksjong is veel groter, het zit steeds met zijn bek vooraan en het krijgt al het voer, de andere jongen worden het nest uitgewerkt.
De koekoek is een trekvogel, evenals de kleine rietbroeders. Aan het eind van de zomer trekken ze naar het zuiden omdat bij er ons minder voedsel (vooral insecten) beschikbaar is. De insecten kruipen weg omdat het herfst en winter wordt (kou!).

De koekoek hoor je vanaf half april, dan is hij weer terug in Nederland. Dan merk je ook hoe goed zijn naam is gekozen. De koekoek maakt geen eigen nest, hij profiteert van anderen, het is een broed parasiet.
Riet wordt gebruikt als dakbedekking, er worden rietmatten van gemaakt maar de kwaliteit van dit riet bij paal 10 is daarvoor niet goed genoeg. Riet van mindere kwaliteit wordt vaak gecomposteerd, het verteerd en de compost wordt gebruikt om de grond te verbeteren en om planten te voeden. Zo wordt (riet)afval weer een nuttig product!

Kijk om je heen. Zie je de windmolen? Flevoland is een vlakke provincie waar je maximaal gebruik kunt maken van de wind om energie op te wekken. En dat gebeurt dan ook volop. Hier in het bos zie je soms een molen, maar buiten het bos zie je er tientallen. Het is de bedoeling van het provinciebestuur om een aantal kleine molens te gaan vervangen door een groot exemplaar.