Gele Paal 4
U vindt hier in de zomer volop wilde planten zoals wilgenroosje, akkerdistel, brandnetel. Er zijn mensen die dat, heel gewoon, onkruid zullen noemen. Maar op de akkerdistel zoeken allerlei insecten hun dagelijks ‘brood’ (nectar, een soort dunne honing), vogels zoals de distelvink, eten de zaden. Een flink aantal vlinders zoals de atalanta, dagpauwoog en gehakkelde aurelia hebben de brandnetel nodig als voedselplant voor hun rupsen. De brandnetel is de waardplant voor deze vlinders.
Nog even terug naar ‘onkruid’. Onkruid ‘bestaat’ uit planten die groeien op een ongewenste plek. En ongewenst zijn deze planten hier zeker niet. Op de vaas is het niks maar voor insecten, vogels en ander klein spul is dit veldje een eldorado (voedsel, beschutting, bescherming, broeden…)
Regelmatig komt u onderweg hazelaars tegen. In de nazomer zijn de hazelnoten rijp. Ook varens, zoals die hier staan, zult u vaker zien. De sporen van de varen, een soort piepkleine, stoffijne zaadjes, worden, als ze rijp zijn, meegenomen door de wind. Vinden ze een geschikte groeiplek dat kan er een nieuwe varen uitgroeien.